Over tot vervoer, en hoe...

De meest voorkomende oorzaak van een stomp trauma is een verkeersongeval, met name een auto-ongeval. Bij ejectie uit het voertuig is de maternale sterfte 33 en de foetale sterfte 47. Zonder ejectie is dit respectievelijk 5 en 11. Het dragen van een veiligheidsgordel vergroot bij goed gebruik de kans op foetale sterfte ten gevolge van een stomp buiktrauma niet. De kans op een laag geboortegewicht en de kans op een bevalling binnen 48 h na een auto-ongeval is respectievelijk 1,9 en 2,3 keer zo hoog bij vrouwen die geen veiligheidsgordel gebruikten ten tijde van een ongeval vergeleken met vrouwen die dat wel deden, gecorrigeerd voor leeftijd en duur van de zwangerschap. Goed gebruik van een veiligheidsgordel houdt in dat een driepuntsgordel wordt gebruikt, waarbij de schouderband boven de uterus langsgaat en de heupband over het benige bekken loopt.

Het juiste gebruik van de veiligheidsgordel dient besproken te worden bij de zwangerschapscontroles; hierdoor neemt het juiste gebruik door zwangere vrouwen toe. In het algemeen verlaagt het gebruik van een airbag de sterfte bij een ongeval met 12-24 bij frontale botsingen. Een airbag kan echter ook letsel veroorzaken, waarbij het letselpatroon voor zwangeren en niet-zwangeren gelijk is.

Door verschuiving van het zwaartepunt, toegenomen beweeglijkheid in het bekken en vermoeidheid veroorzaakt een val laat in de zwangerschap vaak een klein abdominaal trauma. De meeste trauma's doen zich dan ook voor in het derde trimester.

Bekkenfracturen zijn een belangrijke oorzaak van maternale sterfte. Een bekkenfractuur kan optreden na een groot trauma, zoals een verkeersongeval of een val van grote hoogte. Door de toegenomen doorbloeding van het bekken tijdens de zwangerschap kan bij een bekkenfractuur nog massaler bloedverlies optreden dan normaal vaak het geval is.

Een uterusruptuur treedt zelden op (0,6), ook niet na een groot trauma. Aan het bestaan van een uterusruptuur moet worden gedacht bij maternale shock, een dode foetus, moeite bij het palperen van de uterus, het duidelijk voelen van foetale delen en een echografisch aan te tonen grote hoeveelheid (bloederig) vocht in het cavum Douglasi. Voor de foetus is een uterusruptuur meestal een fatale gebeurtenis, maar de maternale sterfte is minder dan 10 en vaak het gevolg van gecombineerd letsel. 

De foetale sterfte bij een stomp abdominaal trauma wordt voornamelijk veroorzaakt door solutio placentae; deze gaat samen met maternale hypovolemische shock en treedt op bij 1-5 van de kleine trauma's (geringe kneuzing, laceraties en excoriaties) en bij 20-50 van de grote trauma's (fracturen van lange pijpbeenderen, ribfracturen, uitgebreide kneuzingen). In verband hiermee is het raadzaam om ook vrouwen met een gering trauma nauwkeurig te evalueren en door middel van cardiotocografie te observeren. Belangrijke klinische kenmerken van solutio placentae zijn vaginaal bloedverlies, uteruscontracties en foetale tachycardie. Solutio placentae treedt ook op zonder deze symptomen. In 25-31 van de gevallen van een stomp abdominaal trauma, vooral bij vrouwen bij wie de placenta aan de voorzijde van de baarmoeder ligt en bij een pijnlijke uterus na het trauma, ontstaat een foetomaternale transfusie.

Als de foetus direct letsel oploopt, is dit meestal in het derde trimester. In een groep van 13 overleden foetussen ten gevolge van trauma was er bij 5 sprake van een schedelfractuur of een subduraal hematoom door compressie tegen het sacrum of de wervelkolom. Een schedelfractuur van de foetus kan ook voorkomen zonder dat de moeder een ernstig trauma heeft. Door de beschermende invloed van de uterus en het vruchtwater komt direct letsel van de foetus niet vaak voor.

Bron: Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1144-8

 

De ‘advanced trauma life support’(ATLS) principes voor de opvang van traumapatiënten gelden ook voor zwangere vrouwen. Hierbij wordt de ABCDE-regel gevolgd. We kiezen voor een 'scoop and run' op basis van de volgende beargumentatie:

Een vrije ademweg moet verkregen worden met een gestabiliseerde cervicale wervelzuil. De ademhaling moet ondersteund worden en zuurstof is geen overbodige luxe, wegens het gevaar voor foetale hypoxie.

Met betrekking tot de circulatie is een intraveneuze toegang voor een adequaat vochtbeleid nodig. We handelen immers, met de eerder beschreven cardiovasculaire veranderingen in het achterhoofd. We blijven altijd bedacht zijn op occult bloedverlies en shock. Immers vangt het vaatbed (en zijn vulling) van de placenta de eerste tekenen van shock op. De foetus is dan mogelijk al in nood. Cristalloïde en/of colloïde oplossingen kunnen z.n. worden toegediend.

Bij een zwangerschapsduur van langer dan 20 weken wordt de vrouw best in linker zijligging vervoerd om druk op de venacava te voorkomen. Bij vermoeden van letsels aan de wervelkolom kan een “backboard” gebruikt worden. Om deze linker zijligging te handhaven kan er een kussen onder de rechter kant van het board geplaatst worden.

Pijn stilling is geindiceerd, Fentanyl heeft de voorkeur ivm met het niet weten van eventuele pre-eclampsie. Maar hoe minder hoe beter, het zal immers de foetus ook bereiken.